diff --git a/.github/workflows/docker.yml b/.github/workflows/docker.yml
index 07af2ff4..b6240425 100644
--- a/.github/workflows/docker.yml
+++ b/.github/workflows/docker.yml
@@ -15,7 +15,7 @@ jobs:
- name: Get changed files
id: changed-files-specific
- uses: tj-actions/changed-files@v35
+ uses: tj-actions/changed-files@v41
with:
files: |
Dockerfile
diff --git a/.zenodo.json b/.zenodo.json
index 43359390..6b4f0d35 100644
--- a/.zenodo.json
+++ b/.zenodo.json
@@ -96,6 +96,18 @@
"affiliation": "Research Institute for Nature and Forest",
"type": "Researcher",
"orcid": "0000-0002-5712-0770"
+ },
+ {
+ "name": "Nathalie Cools",
+ "affiliation": "Research Institute for Nature and Forest",
+ "type": "Researcher",
+ "orcid": "0000-0002-7059-2318"
+ },
+ {
+ "name": "Bruno De Vos",
+ "affiliation": "Research Institute for Nature and Forest",
+ "type": "Researcher",
+ "orcid": "0000-0001-9523-3453"
}
]
}
diff --git a/NEWS.md b/NEWS.md
index 5ed58612..849fc560 100644
--- a/NEWS.md
+++ b/NEWS.md
@@ -1,3 +1,24 @@
+### First version of protocol: sfp-201-nl
+
+- Title: Bemonsteren aan de hand van oppervlaktemonsters
+- Published on: 2024-01-08
+- Version number: 2024.01
+- Link to this version: [sfp-201-nl version 2024.01](2024.01/index.html)
+
+### First version of protocol: sfp-106-nl
+
+- Title: Richtlijnen voor het bepalen van het waterpeil in peilbuizen
+- Published on: 2023-12-12
+- Version number: 2023.10
+- Link to this version: [sfp-106-nl version 2023.10](2023.10/index.html)
+
+### First version of protocol: sfp-105-nl
+
+- Title: Richtlijnen voor het bemonsteren van peilbuizen
+- Published on: 2023-12-12
+- Version number: 2023.09
+- Link to this version: [sfp-105-nl version 2023.09](2023.09/index.html)
+
### First version of protocol: spp-001-nl
- Title: Veldprotocol Kwaliteitsmeetnet Natura 2000 habitats partim heidehabitats
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..90cd6456
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd
@@ -0,0 +1,47 @@
+# Afhankelijkheden
+
+```{=html}
+
+```
+```{r dependencies}
+empty_table <- tibble(
+ protocol_code = character(),
+ version_number = character(),
+ params = character(),
+ appendix = logical()
+ ) %>%
+ add_row() %>%
+ rename(
+ `Protocolcode` = protocol_code,
+ `Versienummer` = version_number,
+ `Opgenomen als subprotocol` = appendix) %>%
+ pander(split.tables = Inf)
+
+if (exists("params")) {
+ if (!is.null(params$dependencies)) {
+ transpose(params$dependencies) %>%
+ as_tibble() %>%
+ mutate(protocol_code = as.character(protocol_code),
+ version_number = as.character(version_number),
+ params = as.character(params),
+ version_number = ifelse(params == "NA",
+ paste0("[", version_number, "](../",
+ version_number,"/", "index.html)"),
+ version_number),
+ appendix = as.logical(appendix)) %>%
+ rename(
+ `Protocolcode` = protocol_code,
+ `Versienummer` = version_number,
+ `Opgenomen als subprotocol` = appendix) %>%
+ pander(split.tables = Inf)
+ } else {
+ empty_table
+ }
+} else {
+ empty_table
+}
+rm(empty_table)
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/02_onderwerp.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/02_onderwerp.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..cc71e022
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/02_onderwerp.Rmd
@@ -0,0 +1,42 @@
+# Onderwerp
+
+## Definities en afkortingen
+
+```{=html}
+
+```
+- **Peilbuis**: een peilbuis met in het ondergrondse deel een filterelement over de hele lengte voor het meten van de grondwaterstand nabij het maaiveld.
+ Grondwater kan over de volledige ondergrondse lengte van het instrument door perforaties naar binnen en naar buiten stromen.
+ De filter snijdt steeds met de grondwaterstand, behalve als het grondwaterpeil boven het maaiveld uitstijgt.
+ Het waterpeil in de buis wijkt weinig of niet af van de grondwaterstand.
+ Strikt gezien moet dit een grondwaterstandsbuis noemen, maar de term peilbuis is zodanig algemeen in gebruik dat het gebruiken van een nieuwe term tot nog veel meer verwarring zou leiden.
+
+- **Piëzometer:** een buis met een filterelement van enkele tientallen centimeter (de INBO afspraak is 50 cm) voor het meten van de stijghoogte (of ook drukhoogte) op een bepaalde diepte.
+ Het peil in de buis komt overeen met de druk ter hoogte van de filter en die kan verschillen van het grondwaterpeil.
+ De stijghoogte is de resultante van de hydraulische druk die ter hoogte van de filter in de ondergrond heerst.
+ De stijghoogte kan hoger, gelijk of lager zijn dan de grondwaterstand.
+ Op het INBO worden vrijwel uitsluitend piëzometers geplaatst.
+ Bij de analyse van de chemische samenstelling heeft een piëzometer minder risico op invloed van insijpelend regenwater.
+ Bovendien wijkt de hydrostatische druk in de meeste gevallen niet of nauwelijks af van het grondwaterpeil als de piëzometer "kort" is (doorgaans \< 2-3 meter)
+
+- **HDPE:** High-density polyethylene
+
+- **Staal of monster:** Een portie die geselecteerd wordt uit een grotere hoeveelheid.
+ In dit protocol bestaat het staal steeds uit een hoeveelheid water dat uit een piëzometer of peilbuis werd opgepompt.
+
+## Doelstelling en toepassingsgebied
+
+```{=html}
+
+```
+Deze procedure richt zich op het nemen van een grondwatermonster voor chemische analyse uit relatief ondiepe piëzometers (maximaal 5 m) met een beperkte diameter (meestal 5 cm) voor het bepalen van de zuurtegraad (pH), geleidbaarheid (EC) in het veld en de analyse van chemische variabelen (anionen, kationen, metalen, alkaliniteit, ...) van grondwater.
+
+De procedure is geschikt voor het nemen van een grondwatermonsters voor het bepalen van macro-ionen in het kader van een eco-hydrologisch onderzoek.
+Voor de analyse van verontreinigende stoffen zijn aangepaste procedures vereist [zie @EMIS_2013].
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/03_beperkingen.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/03_beperkingen.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..fe077389
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/03_beperkingen.Rmd
@@ -0,0 +1,13 @@
+# Beperkingen van het protocol
+
+```{=html}
+
+```
+De bemonstering moet worden uitgevoerd in een geschikte peilbuis in PVC of HDPE, afhankelijk van de aanwezige stoffen in het grondwater en de te analyseren chemische variabelen
+
+De procedure is niet geschikt voor het bemonsteren van grondwater met een zeer hoge saliniteit.
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/04_principe.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/04_principe.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..c5419ca3
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/04_principe.Rmd
@@ -0,0 +1,33 @@
+# Principe
+
+```{=html}
+
+```
+Het doel is een staal te nemen van 'vers' grondwater.
+Dat betekent dat er geen monsters mogen genomen worden van grondwater dat weken of maanden in het meetpunt stil staat.
+De groei van micro-organismen zorgt er immers voor dat grote hoeveelheden metabolieten in het water accumuleren.
+Daarom wordt de wand van de piezometer eerst gereinigd en daarna wordt het water uit de piezometer weggepompt.
+
+Het bemonsteren van de piëzometer gebeurt 1 tot 3 dagen na het reinigen.
+Het 'vers' grondwater wordt opgepompt.
+De zuurtegraad (pH) en geleidbaarheid (EC) worden op het terrein gemeten en de recipiënten voor chemische analyse in het laboratorium worden gevuld.
+Het aantal deelmonsters is afhankelijk van de chemische variabelen die zullen worden gemeten.
+De richtlijnen voor het nemen en van deelmonsters en het conserveren van de deelmonsters zijn terug te vinden in [SOP-005](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-veld-procedures-svp/0-generiek).
+Deelmonsters voor het bepalen van metalen worden direct na de monstername gefiltreerd (0,20 $\mu$m) en aangezuurd met salpeterzuur (HNO3) tot een pH \< 2 om neerslagvorming van zouten te vermijden..
+
+**Gesuspendeerd materiaal**: het bemonsterde grondwater bevat nagenoeg altijd sedimenten in suspensie.
+Vaak zijn ze niet zichtbaar voor het blote oog.
+De negatieve lading van de kleimicellen kan gedurende het transport van het staal leiden tot ad-/resorptie van voornamelijk metaalionen.
+Het aangezuurd staal mag geen gesuspendeerd materiaal bevatten omdat de geadsorbeerde ionen onder invloed van de lagere pH vrij kunnen komen [@huybrechts-debecker-1997].
+wat met gesuspendeerd materiaal bij andere variabelen?
+We moeten een beslissing nemen of we totaal opgeloste gehalten willen of totaalgehalten inclusief het sediment !
+
+Bij het volledig leegmaken van de piëzometer tijdens het reinigen of de bemonstering komt zuurstof terecht in de buis en kunnen sommige variabelen (vb. Fe, Mn ,...) geoxideerd worden.
+Van ijzer is gekend dat bij de oxidatie van de gereduceerde vorm (Fe^2+^) naar de geoxideerde vorm (Fe^3+^) onoplosbare verbindingen worden gevormd met tegenionen (anionen) in de het grondwater.
+Op deze manier verdwijnen sommige variabelen uit het grondwatermonster en worden ze niet meer geanalyseerd.
+Bij de aanwezigheid van ijzer in het grondwater moeten de nodige voorzorgsmaatregelen genomen worden of moet ermee rekening gehouden worden dat sommige anionen worden onderschat.
+
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/05_competenties.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/05_competenties.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..d2f287e6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/05_competenties.Rmd
@@ -0,0 +1,16 @@
+# Vereiste competenties
+
+```{=html}
+
+```
+Voor het reinigen en het bemonsteren van peilbuizen of piëzometers moet een opleiding worden gevolgd.
+Deze opleiding wordt verzorgd door de projectverantwoordelijke(n).
+Tijdens deze opleiding worden niet alleen de activiteiten voor het nemen van een grondwatermonster verzorgd, maar ook het onderhoud van het materiaal.
+
+Voor het bepalen van de ogenblikkelijke variabelen (pH, EC) moet de opleiding van het analytisch laboratorium worden gevolgd.
+Naast de theorie bevat deze opleiding een praktisch luik over het gebruik van de veldmeter, de kalibratie van de apparatuur en het onderhoud van de apparatuur.
+Tevens worden de nodige veiligheidsmaatregelen toegelicht bij het gebruik van sterke zuren.
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..d9d46f1c
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd
@@ -0,0 +1,74 @@
+# Benodigdheden
+
+## Apparatuur
+
+```{=html}
+
+```
+- Geschikt materiaal voor het nemen van een grondwatermonsters uit peilbuis
+
+ - Peristaltische slangenpomp (Figuur \@ref(fig:Figuur1) A), Eijkelkamp, 12 vdc, regelbaar in twee richtingen tussen de 100 en 2.300 ml/min, met zuigcapaciteit tot 9,5 m diepte.
+ Deze pomp is voorzien van een batterij met levensduur van 4,5 uur en een pompslang in silicone.
+
+ - Kogelklepmonsternemer, Eijkelkamp, 35mm, 90cm in teflon (Figuur \@ref(fig:Figuur1) B).
+
+> ![(#fig:Figuur1) Foto A = peristaltische pomp, B = Kogelklepmonsternemer](./media/image2.png){width="6.302777777777778in" height="2.611111111111111in"}
+
+- Boormachine met peristaltische kop (Figuur \@ref(fig:Figuur2))
+
+> ![(#fig:Figuur2) Foto Boormachine met peristatltische kop](./media/image1.png){width="2.170223097112861in" height="2.8593755468066493in"}
+
+- Veldset voor het bepalen van de zuurtegraad en de geleidbaarheid: het analytische laboratorium beschikt over verschillende veldsets (WTW multi, pH-EC) met de nodige elektroden welke kunnen gebruikt worden op het terrein voor deze bepalingen.
+ De werking, het gebruik, de kalibratie en het onderhoud van deze veldsets wordt beschreven in [SIP-054](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-instrument-procedures-sip) (kwaliteitshandboek analytisch labo).
+
+- Frigobox met koelelementen.
+
+## Materiaal
+
+```{=html}
+
+```
+- Ronde borstel (diameter 50mm) voor het reinigen van de piëzometer.
+
+- Tubing, teflon, diameter?,
+ voor het ledigen en reinigen van de peilbuizen
+
+- Monsternamepot HDPE (minstens 750ml) voor het opvangen van het watermonster en het meten van de ogenblikkelijke variabelen op het terrein.
+
+- Recipiënten voor chemische analysen (zie [SOP-006](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-veld-procedures-svp/0-generiek)).
+ De voornaamste recipiënten gebruikt bij grondwateranalyse zijn:
+
+ - Fles, 250 ml rode of witte dop (FL-250R of FL250W)
+
+ - Falcontube, 30 ml met witte dop (FT-30W), aangezuurd met HNO~3~ (250$\mu$l/tube)
+
+ - Falcontube, 50 ml met rode dop (FT-50R)
+
+ - Gebundeld in zak van 16x25 cm
+
+- Spuit, 100 of 250 ml, met schroefdraad voor spuitfilter
+
+- Filter, type spuitfilter, 0,20 $\mu$m of 0,45 $\mu$m
+
+- Gedemineraliseerd water
+
+## Reagentia en oplossingen (indien van toepassing)
+
+```{=html}
+
+```
+- Salpeterzuur 65%, suprapur, HNO~3~: hiervan bevindt zich 250 $\mu$l in de falcontubes van 30 ml (FT-30W).
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/07_werkwijze.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/07_werkwijze.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..abe37b78
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/07_werkwijze.Rmd
@@ -0,0 +1,152 @@
+# Werkwijze
+
+## Uitvoering
+
+```{=html}
+
+```
+### Stappenplan
+
+De werkwijze voor het bemonsteren van een piëzometer voor een grondwatermonsters bestaat uit volgende stappen:
+
+- Reinigen van de peilbuis of piëzometer
+
+- Bemonsteren van een peilbuis of piëzometer
+
+- Bepalen van de ogenblikkelijke variabelen
+
+- Vullen van de recipiënten
+
+- Bewaren en transporteren van watermonsters
+
+### Reinigen van een piëzometer
+
+Voor de staalname wordt de piëzometer eerst gereinigd met een borstel en daarna leeggepompt.
+
+De piëzometer wordt eerst geschuurd met een flessenborstel gemonteerd op een lange steel.
+Na het inbrengen van die flessenborstel in de buis, wordt flink op en neer bewogen over de gehele lengte van de buis, om vastzittende bacterie-kolonies en andere contaminanten van de buis los te schuren en eventueel gesedimenteerd materiaal terug in suspensie te brengen.
+
+Daarna wordt (in de mate van het mogelijke) al het water met een peristaltische pomp uit de piëzometer gepompt.
+De telfondarm wordt volledig tot op de bodem van de peilbuis gebracht.
+Zo wordt eventueel slib uit de piëzometer afgevoerd.
+Het pompen zorgt ervoor dat vers grondwater wordt bemonsterd.
+Bij beperkte watertoevoer (wat bij deze piëzometers doorgaans het geval is) naar de buis zal de piëzometer na enkele minuten leeggepompt zijn.
+Het opgepompte water wordt minstens twee meter van de locatie van de peilbuis afgevoerd.
+
+
+
+### Bemonsteren van een peilbuis of piëzometer
+
+Het bemonsteren van een peilbuis gebeurt in een periode van 1 tot 3 dagen na het reinigen van de peilbuis.
+De bemonstering gebeurt met een peristaltische pomp of kogelklepbemonsteraar.
+
+Bij het nemen van een monster met een peristaltische pomp, wordt een teflondarm tot op een diepte van 10 cm onder het waterpeil van de peilbuis gebracht.
+De teflondarm wordt verbonden met de peristaltische pomp en het 'vers' grondwater wordt met een matige snelheid opgepompt zodat geen gasbellen in het opgepompte water terechtkomen.
+Er moet absoluut vermeden worden dat de peilbuis leeggepompt wordt tijdens de staalname.
+Het opgepompte water wordt opgevangen in een recipiënt (monsternamepot) totdat een volume van minstens 500 ml is bereikt.
+Bij voldoende wateraanvoer in de peilbuis wordt de eerste 100 ml niet opgevangen.
+
+
+
+Bij het nemen van een monster met een kogelklepbemonsteraar wordt de kogelklep zo diep mogelijk onder het waterpeil gebracht zonder de bodem van de peilbuis te raken.
+Trek daarna de kogelklep rustig omhoog.
+Om voldoende staalvolume te bekomen moet vaak meerdere keren bemonsterd worden.
+
+### Bepalen van de ogenblikkelijke variabelen
+
+Omdat sommige variabelen veranderingen ondergaan tijdens het transport van het watermonsters naar het laboratorium, worden deze variabelen bij voorkeur op het terrein gemeten.
+Het betreft de variabelen zuurtegraad (pH) en geleidbaarheid (EC).
+Het bepalen van deze variabelen gebeurt met een veldmeter.
+Het gebruik van de veldmeter (met elektroden) is beschreven in [SIP-054](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-instrument-procedures-sip) en in de veldset bevindt zich tevens een beperkte handleiding.
+
+Vooraleer de metingen uit te voeren moet de apparatuur voor zuurtegraad (pH) en geleidbaarheid (EC) gecontroleerd worden op een goede werking.
+De controle oplossingen bevinden zich in de veldset.
+De veldmeter wordt door het analytisch laboratorium gekalibreerd geleverd, maar bij regelmatig gebruik moet de apparatuur minstens voor en na een reeks van metingen gecontroleerd worden.
+
+- Controleer de pH-elektrode met bufferoplossing van pH=5
+
+- Controleer de EC-elektrode met een oplossing van 1413 $\mu$S/cm
+
+De waarden waarbinnen de controle moet vallen staan vermeld op het veldformulier.
+Indien de controle niet wordt aanvaard, dan moeten corrigerende maatregelen genomen worden.
+Deze bestaan o.a.
+uit de verificatie van de controle, verificatie van de controle oplossing en indien nodig herkalibratie van de apparatuur.
+De oplossingen voor herkalibratie bevinden zich in de veldset.
+Indien de controle wordt aanvaard, dan kunnen de analyses op het terrein uitgevoerd worden.
+
+Een deelmonster van het verzamelde watermonster wordt overgebracht in een meetrecipiënt (HDPE, minstens 250ml) voor het bepalen van de ogenblikkelijke variabelen.
+Op het deelmonster wordt In eerste fase de geleidbaarheid van het waterstaal bepaald en pas daarna de zuurtegraad.
+Bij een iets verouderde pH- elektrode bestaat de kans dat deze KCl lekt waardoor de meting van de geleidbaarheid wordt beïnvloed (lees: te hoge waarde).
+
+- Bepalen van de geleidbaarheid: de elektrode wordt in het meetrecipiënt gebracht zodanig dat de geleidbaarheidscel volledig ondergedompeld is in de meetvloeistof.
+ Onder licht roeren met de elektrode, wordt de geleidbaarheid afgelezen indien het meetsignaal stabiel is.
+ Een stabiel meetsignaal wordt bekomen met de AR functietoets.
+ De geleidbaarheid wordt afgelezen in $\mu$S/cm of mS/cm (opgepast!) en genoteerd op het veldformulier.
+
+- Bepalen van de zuurtegraad: de elektrode wordt in het meetrecipiënt gebracht tot dat deze minstens 5 cm volledig ondergedompeld is in de meetvloeistof.
+ Onder licht roeren met de elektrode, wordt de zuurtegraad afgelezen indien het meetsignaal stabiel is.
+ Een stabiel meetsignaal wordt bekomen met de AR functietoets.
+ De zuurtegraad wordt afgelezen in eq/l en genoteerd op het veldformulier.
+
+### Recipiënten voor het vullen van de recipiënten
+
+Door het analytisch laboratorium worden de deelrecipiënten voor chemische variabelen aangeleverd.
+De richtlijnen voor de nodige recipiënten staan beschreven in [SOP-006](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-veld-procedures-svp/0-generiek) "klaarzetten materiaal voor staalname watermonsters" van het analytisch labo.
+De deelrecipiënten worden per staal gebundeld in een plastic zakje.
+Het aantal deelrecipiënten is afhankelijk van de te meten variabelen.
+Er wordt aangeraden alle deelrecipiënten volledig te vullen om oxidatie via de headspace te vermijden.
+
+Voor een standaard grondwateranalyse worden de variabelen zuurtegraad, geleidbaarheid, alkaliniteit (carbonaten), anionen (Cl, NO~2~, NO~3~, SO~4~ en PO~4~), kationen (Na, K, Mg, Ca) en metalen (Fe, Mn, Si, Al) gemeten.
+Hiervoor dienen volgende recipiënten gevuld te worden:
+
+- **Fles, 250 ml rode of witte dop**: vul het flesje volledig met grondwater en sluit het daarna goed af.
+ Dit deelrecipiënt wordt gebruikt voor het bepalen van de zuurtegraad (pH), geleidbaarheid (EC), alkaliniteit met de titrator en anionen & kationen met IC.
+ De variabelen worden niet geconserveerd, maar worden direct gemeten in het labo bij ontvangst van het monster.
+ In het laboratorium wordt het monster over een 0,20 $\mu$m filter gefiltreerd voor analyse.
+
+- **Falcontube, 30 ml met witte dop**: vul het flesje volledig met 0,20 $\mu$m (of 0.45 $\mu$m?) gefiltreerd grondwater en sluit het daarna goed af.
+ Het deelrecipiënt bevat van 250 $\mu$l geconcentreerd salpeterzuur (HNO~3~) voor het bewaren van de variabelen bij een pH\<2.
+ Bij het openen van het recipiënt kunnen zure dampen vrijkomen en moeten de nodige veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden (buisje niet te dicht bij de mond houden!).
+ Neem een spuit van 100 ml en zuig de spuit voorzichtig vol met grondwater.
+ Plaats een spuitfilter op de spuit en filter het grondwater in het deelrecipiënt.
+ Indien de filter verstopt, wordt een andere filter op de spuit geplaatst.
+ Dit deelrecipiënt wordt gebruikt voor het bepalen van mineralen en metalen met ICP-AES.
+
+- **Falcontube, 50 ml met rode dop**: vul het flesjes volledig met grondwater en sluit het daarna goed af.
+ Dit deelrecipiënt wordt door het laboratorium ingevroren (-18°C) als reservemonster en 6 maanden bewaard.
+ Wanneer onvoldoende volume staal beschikbaar is, kan dit staal eventueel weggelaten worden.
+
+## Registratie en bewaring van resultaten
+
+```{=html}
+
+```
+De deelmonsters worden zo snel mogelijk na het vullen bewaard in een koelbox met koelelementen.
+De monsters worden koel getransporteerd om omvormingen te vermijden.
+Na de bemonstering worden de stalen zo snel mogelijk afgegeven in het analytisch laboratorium voor analyse.
+In het laboratorium worden de monsters geanalyseerd volgens de voorschriften van bewaarcondities.
+Deze staan beschreven in de procedure [SOP-005](https://sites.google.com/inbo.be/veldprotocollen/standaard-veld-procedures-svp/0-generiek) "Richtlijnen voor conserveren van monsters" in het kwaliteitshandboek van het analytisch laboratorium.
+
+De resultaten van de veldmetingen (zuurtegraad, geleidbaarheid) en metadata over de bemonstering worden genoteerd op het veldformulier (zie bijlage).
+Op het veldformulier staat in de eerste kolom de labocode (labo-ID) van het staal vermeld.
+Dat is een unieke code van het monster in het LIMS van het laboratorium.
+Het labo-ID staat ook vermeld op elk deelrecipiënt.
+Bij het vullen van de deelrecipiënten moet de staalcode (veld-ID) vermeld worden op het veldformulier in de kolom naast het labo-ID.
+Op deze manier wordt de link gemaakt tussen het veld-ID en labo-ID.
+
+Bij ontvangst van de monsters in het laboratorium wordt het veldformulier volledig ingevuld.
+Naast de meetresultaten van zuurtegraad en geleidbaarheid wordt ook informatie over de bemonstering (datum, wie) en afgifte van de stalen (datum, wie) genoteerd, alsook metadata over de bemonstering (matrix, aard van het staal, ...).
+Het veldformulier wordt gedeeld op drive onder LABODATA en een volledig ingevuld formulier wordt geïmporteerd in het LIMS van het labo.
+
+Bijkomende informatie over de bemonstering, belangrijk voor de opdrachtgever, wordt genoteerd in een veldboekje.
+Voor te noteren informatie, zie checklist van de bemonstering (zie bijlage).
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..e78d0485
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd
@@ -0,0 +1,22 @@
+# Kwaliteitszorg
+
+```{=html}
+
+```
+Tijdens de bemonstering en transport van de monster naar het laboratorium moet de nodige aandacht besteed worden aan de bewaarcondities van de variabelen.
+Chemische oxidatie van variabelen (metalen (Fe^2+^, Mn^2+^, ..) stikstofverbindingen (NH~4~^+^, NO~2~^-^), ...) kunnen plaatsvinden doordat extra zuurstof in het monster terechtkomt.
+Bij de bemonstering moet vermeden worden dat het opgepompte monster zich mengt met lucht (lees: zuurstof), alsook bij het vullen van de recipiënten.
+Recipiënten worden met een matige snelheid en volledig worden gevuld, zodat geen extra zuurstof in het monster komt en er zich geen headspace bevindt bovenaan het recipiënt.
+Het transport van de monsters gebeurt bij voorkeur bij een temperatuur lager dan de bemonsteringstemperatuur van het staal.
+
+Na de analysen in het laboratorium wordt een ionenbalans opgemaakt door het sommeren van alle gemeten kationen en het sommeren van alle gemeten anionen.
+Er afwijking tussen de som van de kationen en anionen kan niet alleen een indicatie zijn van een verkeerde meting, maar ook een indicatie dat anionen zijn neergeslagen tijdens het transport.
+De metalen (zoals Fe) worden op het terrein geconserveerd voor de meting, maar zijn ook aanwezig in het recipiënt waar de anionen en kationen op worden bepaald.
+Dit recipiënt kan omwille van de meettechniek niet geconserveerd worden en neerslag van metalen in het recipiënt gaat altijd gepaard met neerslaan van anionen (PO~4~, SO~4~, ...).
+Vandaar het belang dat de metingen van anionen direct gestart worden na ontvangst van het monster in het labo.
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/09_veiligheid.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/09_veiligheid.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..c7ef48b7
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/09_veiligheid.Rmd
@@ -0,0 +1,25 @@
+# Veiligheid
+
+```{=html}
+
+```
+Het deelrecipiënt voor het bepalen van metalen (falcontube 30 ml met witte dop) bevat van 250 $\mu$l geconcentreerd salpeterzuur (HNO~3~).
+Bij het openen van het recipiënt kunnen zure dampen vrijkomen en moeten de nodige veiligheidsmaatregelen in acht genomen worden (buisje niet te dicht bij de mond houden!).
+Vermijd ook contact van het zuur met de huid!
+Bij ongeval raadpleeg onderstaande H en P zinnen.
+
+Salpeterzuur
+
+- H272: Kan brand bevorderen; oxiderend.
+
+- H314: Veroorzaakt ernstige brandwonden.
+
+- P220: Van kleding/.../brandbare stoffen verwijderd houden/bewaren.
+
+- P280: Beschermende handschoenen, kleding, oogbescherming, gelaatsbescherming dragen.
+
+- P305+P351+P338: Bij contact met de ogen: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
+
+- P310: Na inslikken: Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM/arts/... raadplegen.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/10_samenvatting.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/10_samenvatting.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..9676e418
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/10_samenvatting.Rmd
@@ -0,0 +1,10 @@
+# Samenvatting
+
+```{=html}
+
+```
+Geen samenvatting
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/11_referenties.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/11_referenties.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..55f220e6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/11_referenties.Rmd
@@ -0,0 +1,10 @@
+# Referenties {.unnumbered}
+
+::: {#refs}
+:::
+
+```{=html}
+
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/12_appendices.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/12_appendices.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..82aeeeee
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/12_appendices.Rmd
@@ -0,0 +1,19 @@
+# (APPENDIX) Bijlagen {.unnumbered}
+
+# Checklist met te noteren informatie in het veld
+
+```{=html}
+
+```
+- Project
+- Datum
+- Monsternemer
+- Meetpuntcode
+- StaalID / LaboID
+- pH
+- EC ($\mu$S/cm)
+- Opmerkingen
+- Controlemetingen pH (start & einde)
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/13_subprotocols.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/13_subprotocols.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..c03e51e6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/13_subprotocols.Rmd
@@ -0,0 +1,20 @@
+```{r, results="asis"}
+if (exists("params")) {
+ if (!is.null(params$dependencies)) {
+ mdfiles <- paste0(map_chr(params$dependencies, "protocol_code"),
+ "-",
+ map_chr(params$dependencies, "version_number"),
+ ".md")
+ child_docs <- file.path(map_chr(params$dependencies, "version_number"),
+ mdfiles)
+
+ child_docs <- child_docs[map_lgl(params$dependencies, "appendix")]
+
+ if (length(child_docs) > 0) {
+ res <- map(child_docs, knit_child, quiet = TRUE)
+ cat(
+ c("# (PART) Subprotocols {.unnumbered}", "", unlist(res)), sep = "\n")
+ }
+ }
+}
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/NEWS.md b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/NEWS.md
new file mode 100644
index 00000000..b05e2fb6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/NEWS.md
@@ -0,0 +1,23 @@
+# Wijzigingen t.o.v. vorige versies
+
+```{=html}
+
+```
+## [2023.09](../2023.09/index.html)
+
+- Dit is een eerste versie van het veldprotocol, gebaseerd op de beschrijving in 'chemische kenmerken Walenbos' [@huybrechts-debecker-1997], literatuurgegevens [@EMIS_2013] en de kennis van de medewerkers van het INBO.
+
+- Deze versie is een omzetting van SVP-105 revisie 0.1 op datum van 2017-08-28 naar het nieuwe systeem van versiebeheer van protocollen via Git en GitHub.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_bookdown.yml b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_bookdown.yml
new file mode 100644
index 00000000..cc858b96
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_bookdown.yml
@@ -0,0 +1,33 @@
+book_filename: sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis.Rmd
+output_dir: ../../../../../protocoldocs/docs/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis
+rmd_files:
+- index.Rmd
+- NEWS.md
+- 01_afhankelijkheden.Rmd
+- 02_onderwerp.Rmd
+- 03_beperkingen.Rmd
+- 04_principe.Rmd
+- 05_competenties.Rmd
+- 06_benodigdheden.Rmd
+- 07_werkwijze.Rmd
+- 08_kwaliteitszorg.Rmd
+- 09_veiligheid.Rmd
+- 10_samenvatting.Rmd
+- 11_referenties.Rmd
+- 12_appendices.Rmd
+- 13_subprotocols.Rmd
+delete_merged_file: true
+language:
+ label:
+ fig: 'Figuur '
+ tab: 'Tabel '
+ eq: 'Vergelijking '
+ thm: 'Theorema '
+ lem: 'Lemma '
+ def: 'Definitie '
+ cor: 'Bijgevolg '
+ prp: 'Propositie '
+ ex: 'Voorbeeld '
+ proof: 'Bewijs. '
+ remark: 'Opmerking. '
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_output.yml b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_output.yml
new file mode 100644
index 00000000..eeecbe1c
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/_output.yml
@@ -0,0 +1,19 @@
+bookdown::gitbook:
+ split_by: none
+ split_bib: false
+ template: !expr protocolhelper:::protocol_css()
+ css: css/inbo_rapport.css
+ config:
+ toc:
+ before:
+ -
+ -
+ after:
+ -
+bookdown::pdf_book:
+ keep_tex: false
+ pandoc_args: --top-level-division=chapter
+ template: !expr protocolhelper:::protocol_tex()
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/index.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/index.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..79817af2
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/index.Rmd
@@ -0,0 +1,86 @@
+---
+title: Richtlijnen voor het bemonsteren van peilbuizen
+subtitle: |-
+ Staalname ondiepe peilbuizen en uitvoeren van
+ veldmetingen
+author:
+- name: Mathias Wackenier
+ orcid: 0000-0001-6934-9241
+- name: Piet De Becker
+ orcid: 0000-0002-9686-0472
+- name: Toon Van Daele
+ orcid: 0000-0002-1362-853X
+date: '`r Sys.Date()`'
+reviewers: Gerrit Genouw
+file_manager: Mathias Wackenier
+protocol_code: sfp-105-nl
+version_number: '2023.09'
+language: nl
+theme: water
+site: bookdown::bookdown_site
+bibliography:
+- referenties.bib
+- referenties.yaml
+lang: nl
+template_name: sfp
+csl: https://raw.githubusercontent.com/citation-style-language/styles/master/research-institute-for-nature-and-forest.csl
+params:
+ dependencies:
+ value:
+ - protocol_code: sfp-104-nl
+ version_number: '2023.07'
+ params: .na
+ appendix: false
+---
+
+```{=html}
+
+```
+```{r setup, include=FALSE}
+library(knitr)
+opts_chunk$set(
+ echo = FALSE,
+ eval = TRUE,
+ dpi = 300,
+ fig.width = 150 / 25.4,
+ fig.height = 100 / 25.4,
+ out.width = "100%",
+ warning = FALSE,
+ error = TRUE,
+ message = FALSE
+)
+library(dplyr)
+library(purrr)
+library(protocolhelper)
+library(pander)
+panderOptions("table.alignment.default", "left")
+metadata <- rmarkdown::metadata
+path_to_protocol <- get_path_to_protocol(metadata$protocol_code)
+type <- get_protocol_type(metadata$protocol_code, auto_identifier = TRUE)
+```
+
+# Metadata {.unnumbered}
+
+```{r metadata-table}
+tibble(
+ reviewers = metadata[["reviewers"]] |> paste(collapse = ", "),
+ documentbeheerder = metadata[["file_manager"]],
+ protocolcode = metadata[["protocol_code"]],
+ versienummer = metadata[["version_number"]],
+ taal = metadata[["language"]],
+ thema = metadata[["theme"]]
+) %>%
+ pander::pander(split.tables = Inf)
+```
+
+```{r results="asis"}
+sprintf("Controleer [deze tabel](../%s.html){target=\"_blank\"} om te zien of een meer recente versie beschikbaar is.", type) |> cat() # nolint
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image1.png b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image1.png
new file mode 100644
index 00000000..e5cd9d16
Binary files /dev/null and b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image1.png differ
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image2.png b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image2.png
new file mode 100644
index 00000000..b3330e5e
Binary files /dev/null and b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/media/image2.png differ
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/referenties.bib b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/referenties.bib
new file mode 100644
index 00000000..b489cf56
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/referenties.bib
@@ -0,0 +1,16 @@
+@book{huybrechts-debecker-1997,
+ author = {Huybrechts, W. and De Becker, P.},
+ title = {Dynamische en chemische kenmerken van het ondiep grondwater in kwelsystemen: het walenbos (Tielt-Winge). Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud; Vol. 5.},
+ publisher = {Instituut voor Natuurbehoud},
+ year = {1997},
+ type = {Book}
+}
+
+@book{EMIS_2013,
+ author = {VITO, EMIS /},
+ title = {Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het
+Bodemdecreet. Grondwater. CMA/1/A.2},
+ year = {2013},
+ type = {Book}
+}
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/referenties.yaml b/source/sfp/1_water/sfp_105_nl_bemonsteren_peilbuis/referenties.yaml
new file mode 100644
index 00000000..e69de29b
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..6bc5bf7c
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/01_afhankelijkheden.Rmd
@@ -0,0 +1,47 @@
+# Afhankelijkheden
+
+```{=html}
+
+```
+```{r dependencies}
+empty_table <- tibble(
+ protocol_code = character(),
+ version_number = character(),
+ params = character(),
+ appendix = logical()
+ ) %>%
+ add_row() %>%
+ rename(
+ `Protocolcode` = protocol_code,
+ `Versienummer` = version_number,
+ `Opgenomen als subprotocol` = appendix) %>%
+ pander(split.tables = Inf)
+
+if (exists("params")) {
+ if (!is.null(params$dependencies)) {
+ transpose(params$dependencies) %>%
+ as_tibble() %>%
+ mutate(protocol_code = as.character(protocol_code),
+ version_number = as.character(version_number),
+ params = as.character(params),
+ version_number = ifelse(params == "NA",
+ paste0("[", version_number, "](../",
+ version_number,"/", "index.html)"),
+ version_number),
+ appendix = as.logical(appendix)) %>%
+ rename(
+ `Protocolcode` = protocol_code,
+ `Versienummer` = version_number,
+ `Opgenomen als subprotocol` = appendix) %>%
+ pander(split.tables = Inf)
+ } else {
+ empty_table
+ }
+} else {
+ empty_table
+}
+rm(empty_table)
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/02_onderwerp.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/02_onderwerp.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..b5565c5b
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/02_onderwerp.Rmd
@@ -0,0 +1,37 @@
+# Onderwerp
+
+## Definities en afkortingen
+
+```{=html}
+
+```
+- **Peil:** De gemeten waarde van de top van de peilbuis naar het wateroppervlak in de peilbuis.
+ Soms wordt dit ook herleidt t.o.v. het maaiveld (m-mv), maar binnen het INBO is de afspraak dat het peil t.o.v. de top van de peilbuis genoteerd wordt.
+
+- **Stijghoogte / drukhoogte:** Het potentieel peil van het wateroppervlak van grondwater, gemeten vanaf een bepaald niveau (bv. Tweede Algemene Waterpassing, TAW).
+ Doorgaans wordt de bodem van de peilbuis gebruikt.
+
+- **TAW:** Tweede Algemene Waterpassing.
+ Referentiehoogte waar alle hoogtemetingen in België tegenover gebruikt worden.
+ Het gemiddeld zeeniveau bij laagwater te Oostende wordt gebruikt als nulpeil.
+
+## Doelstelling en toepassingsgebied
+
+```{=html}
+
+```
+Deze richtlijn heeft betrekking op peilmetingen in een peilbuis, geplaatst volgens het protocol beschreven in de richtlijn SVP-104 (richtlijnen voor het plaatsen van een peilbuis)..
+
+Het doel van de metingen (manueel of met automatische drukmeters) is op langere termijn een tijdreeks van de grondwaterstand te verkrijgen.
+
+De richtlijn gaat niet in op de meetfrequentie en de vereiste lengte van meetreeksen.
+Dit is afhankelijk van de doelstellingen van het meetnet en de vereiste betrouwbaarheid.
+
+Als algemene regel kan wel worden gesteld dat éénmaal per maand meten een absoluut minimum is en dat bij voorkeur met vaste meetintervallen wordt gemeten.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/03_beperkingen.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/03_beperkingen.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..348949be
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/03_beperkingen.Rmd
@@ -0,0 +1,11 @@
+# Beperkingen van het protocol
+
+```{=html}
+
+```
+De tekst gaat niet in op andere methodes om het peil te meten zoals akoestische metingen of drukmetingen in gesloten peilbuizen.
+Voor metingen in sterk zilte of sterk verontreinigde omstandigheden en grondwater in diepe en afgesloten watervoerende lagen zijn correcties en extra voorzorgsmaatregelen vereist die hier niet worden besproken.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/04_principe.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/04_principe.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..2b1a3493
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/04_principe.Rmd
@@ -0,0 +1,47 @@
+# Principe
+
+```{=html}
+
+```
+## Manuele peilmeting
+
+De peilmeting is de afstand tussen het referentiepunt (de bovenrand van de peilbuis zonder dop) en het wateroppervlak in de peilbuis (figuur \@ref(fig:Figuur1)).
+Omdat deze meting naar beneden gericht is wordt dit met een negatief cijfer genoteerd.
+Heel uitzonderlijk (bv. bij een overstroming) kan het peil boven het referentiepunt uitkomen.
+In dat geval moet een positieve waarde genoteerd worden.
+
+De peilmeting geeft de drukhoogte weer.
+Voor een grondwaterstandsbuis komt dit overeen met de grondwaterstand, voor een piëzometer kan het peil iets hoger of lager zijn dan de grondwaterstand (zie SVP-104).
+Het peil in mTAW wordt berekend door de hoogte van het referentiepunt en de peilmeting op te tellen.
+De diepte van het peil t.o.v. het maaiveld wordt berekend door de peilmeting op te tellen bij de hoogte van het referentiepunt t.o.v. maaiveld.
+
+![(#fig:Figuur1) Handmatige peilmeting (meting t.o.v. maaiveld en t.o.v. TAW).](./media/image4.png){width="4.416666666666667in" height="3.4791666666666665in"}
+
+In het veld wordt enkel de peilmeting ten opzichte van het nulpunt genoteerd.
+De berekeningen t.o.v. maaiveld en/of mTAW gebeuren achteraf.
+
+## Metingen met automatische druksensoren
+
+De druksensor meet geen nauwkeurige absolute druk, maar nauwkeurige relatieve verschillen in druk.
+De drukverschillen zijn de resultante van verandering in de hoogte van de waterkolom boven de sensor en de verandering in atmosferische druk.
+Een druk van 1 millibar luchtdruk komt overeen met de druk van 1 cm waterkolom.
+De veranderingen in atmosferische druk moeten dus worden gecompenseerd.
+
+Sommige druksensoren zijn voorzien van een darmpje dat de luchtdruk bovenaan de peilbuis meet en de veranderingen in luchtdruk onmiddellijk compenseert (figuur \@ref(fig:Figuur2)).
+Dit darmpje mag dan wel nooit verstopt raken of vol water lopen.
+Voor druksensoren zonder luchtdrukcompensatie zijn afzonderlijke luchtdrukmetingen vereist en wordt achteraf gecompenseerd.
+
+Om de drukmeting om te zetten in een waarde van het waterpeil ten opzichte van het nulpunt is een referentiemeting vereist.
+Dit is een manuele peilmeting (zoals hierboven beschreven) die gekoppeld wordt aan een meting van de druksensor op hetzelfde ogenblik.
+
+De druksensor wordt in de peilbuis onder de laagst mogelijke grondwaterstand opgehangen (figuur \@ref(fig:Figuur2)).
+Wanneer het peil onder de sensor zakt meet de sensor enkel nog de atmosferische druk.
+
+Het grote voordeel van automatische druksensoren is dat ze blijven meten, ook wanneer de peilbuis volledig onder water staat of moeilijk toegankelijk is.
+In overstroombare gebieden is dit een groot voordeel ten aanzien van manuele metingen.
+
+![(#fig:Figuur2) Opstelling van een druksensor met ingebouwde luchtdrukcompensatie (A) en zonder luchtdrukcompensatie (B)](./media/image1.png){width="5.187847769028871in" height="3.5328805774278216in"}
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/05_competenties.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/05_competenties.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..57a43c22
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/05_competenties.Rmd
@@ -0,0 +1,13 @@
+# Vereiste competenties
+
+```{=html}
+
+```
+Geen specifieke vereiste competenties.
+Een halve dag terreinwerk samen met een ervaren persoon volstaat.
+
+Voor het uitlezen van automatische drukmeters zijn wel specifieke competenties vereist.
+Hiervoor worden aparte SIP's uitgewerkt.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..a75292bc
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/06_benodigdheden.Rmd
@@ -0,0 +1,42 @@
+# Benodigdheden
+
+## Apparatuur
+
+```{=html}
+
+```
+- Meetlint met klokje (figuur \@ref(fig:Figuur3)). Lengte van het lint 5 of 10 meter (schaalverdeling in cm, nauwkeurigheid 1cm).
+
+![(#fig:Figuur3) Meetlint met klokje.](./media/image2.jpg){width="1.937846675415573in" height="2.9140562117235347in"}
+
+- Meetlint met elektrische sensor (figuur \@ref(fig:Figuur4)). Met geluidssignaal en/of lichtsignaal. Lengte van het lint 5 of 10 meter (schaalverdeling in cm, nauwkeurigheid 1cm).
+
+![(#fig:Figuur4) Meetlint met elektrische sensor.](./media/image3.jpg){width="2.489931102362205in" height="2.489931102362205in"}
+
+## Materiaal
+
+```{=html}
+
+```
+Niet van toepassing - geen materiaal vereist
+
+## Reagentia en oplossingen (indien van toepassing)
+
+```{=html}
+
+```
+Niet van toepassing - geen reagentia vereist
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/07_werkwijze.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/07_werkwijze.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..343711c7
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/07_werkwijze.Rmd
@@ -0,0 +1,62 @@
+# Werkwijze
+
+## Uitvoering
+
+```{=html}
+
+```
+### Meetlint met 'klokje'
+
+Voor ondiepe grondwaterstanden is deze methode zeer praktisch en betrouwbaar.
+De lintmeter met het klokje wordt neergelaten in de peilbuis.
+Wanneer het klokje het wateroppervlak raakt hoor je een 'plop' geluid.
+De meter moet vrij snel het wateroppervlak raken opdat het 'plop' geluid hoorbaar zou zijn.
+
+Laat het lint daarom eerst iets dieper zakken en hou je duim aan de lintmeter tegen het referentiepunt.
+Beweeg de lintmeter op en neer en verminder elke keer dat het plop geluid hoorbaar is de lengte van het lint een beetje totdat het klokje het wateroppervlak net niet meer raakt.
+De lengte waarbij het klokje het oppervlak nog net wel raakt is de te noteren peilmeting.
+
+In diepe peilbuizen of bij veel omgevingsgeluid is het 'plop' mogelijk niet hoorbaar.
+Een meetlint met elektrische sensor biedt dan een oplossing.
+
+### Meetlint met elektrische sensor of multimeter
+
+De lintmeter met de sensor wordt neergelaten in de peilbuis.
+Wanneer de sensor het wateroppervlak raakt is er een geluids- en/of lichtsignaal.
+Ook hier beweeg je best de meter enkele keren op en neer tot je het niveau van het water aanvoelt.
+Om de uiteindelijke meting uit te voeren wordt het meetlint langzaam omhoog gehaald.
+De aflezing gebeurt op het moment dat geluidssignaal stopt of het lichtje dooft.
+
+In zeer mineraalarm grondwater is de elektrische conductiviteit soms onvoldoende om de sensor te laten functioneren.
+Een meetlint met klokje kan in die omstandigheden wél nog dienen.
+
+### Peilmetingen met automatische druksensoren
+
+De relatieve metingen van de druksensor worden gekoppeld aan een absolute referentie peilmeting.
+Deze referentiemeting is zeer belangrijk omdat een afwijking in deze referentiemeting doorwerkt in alle berekende peilen van de druksensor.
+
+De druksensor heeft een aanzienlijk volume.
+De manuele referentie peilmeting moet daarom gebeuren vóór de druksensor in de peilbuis neergelaten wordt.
+Bij het bovenhalen van de sensor (voor uitlezen of definitief verwijderen) moet eerst de manuele referentie peilmeting uitgevoerd worden.
+Voor een langere reeks metingen met een druksensor zijn meerdere referentiemetingen per jaar aangewezen (minimaal 2).
+
+Een defect of foute instelling van de druksensor wordt pas opgemerkt bij het uitlezen.
+De druksensor wordt daarom minimaal 2 maal per jaar uitgelezen.
+
+## Registratie en bewaring van resultaten
+
+De peilmetingen worden in het veld genoteerd (zie bijlage \@ref(checklist-measure)) en achteraf in Watina ingevoerd.
+
+```{=html}
+
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..4867d968
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/08_kwaliteitszorg.Rmd
@@ -0,0 +1,44 @@
+# Kwaliteitszorg
+
+```{=html}
+
+```
+## Controle van de verticale positie (hoogte boven maaiveld)
+
+De hoogte boven maaiveld kan wijzigen door het opvriezen.
+De bovenste horizonten zijn aan verticale bewegingen onderhevig.
+Vorstwerking en opzwellen van veenlagen zijn de twee veelvoorkomende problemen.
+Wanneer een buis 's winters door water omgeven is, kan ze bij vorst vastvriezen aan een ijsplaat.
+Door zakken en stijgen van deze plaat kan de buis mee van positie veranderen.
+Ook het bevriezen van vochtige bodems kan met een verhoging van het maaiveld en dus van de buis gepaard gaan.
+Problemen worden vermeden door de buis voldoende diep te plaatsen en het boorgat goed op te vullen.
+Ook een uitwendige beschermkap (zowel bij onder- als bovengrondse afwerking) kan helpen, omdat ze rechtstreeks contact tussen de buis en het maaiveld belet in de eerste decimeters van de bodem, die het meest aan de vorstwerking onderhevig zijn.
+
+Het is belangrijk de verticale positie van de buis geregeld (minstens 1 x per jaar) te controleren.
+Bij meetpunten waar de verticale positie vaak wijzigt is het aangeraden deze bij elke meting te controleren.
+
+## Controle op dichtslibben
+
+Peilbuizen kunnen dichtslibben.
+Bij ernstige problemen kan de buis gereinigd worden met een (flessen)borstel en een pomp (peristaltische pomp of brandstofpomp voor boormachine).
+Dichtgeslibde buizen zijn te herkennen doordat hun peil stagneert en dat ze na het leegpompen lang droog blijven.
+Om deze te reinigen moet er meermaals een emmer met water ingegoten worden, vervolgens schoongemaakt worden met een borstel en leeggepompt worden.
+Deze praktijk dient zo vaak herhaald te worden totdat het opgepompte water dezelfde kleur heeft als het ingegoten water.
+
+## Aanpassingen en herstellingen van een meetpunt
+
+Elke wijziging van de hoogte boven maaiveld moet worden gedocumenteerd.
+Wanneer er geconstateerd wordt dat de buis beschadigd is (bv. bij het maaien) dan zijn er twee mogelijkheden:
+
+- De buis herstellen met behulp van een steekmof die wordt vastgelijmd en de datum noteren vanaf wanneer de buis een nieuwe hoogte boven het maaiveld heeft;
+
+- Blijven doormeten met de gewijzigde hoogte boven maaiveld, maar noteren vanaf wanneer de buis een nieuwe hoogte heeft.
+ Als de buis dan toch aangepast wordt is het belangrijk de gewijzigde hoogte opnieuw te documenteren;
+
+Noteer steeds exact wanneer de wijziging in de hoogte boven maaiveld heeft plaatsgevonden en of de peilmeting voor of na de wijzigingen is gebeurd.
+Bij een nieuwe hoogte boven het maaiveld moet een nieuwe versie van het meetpunt worden aangemaakt (suffix A, B, ...)
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/09_veiligheid.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/09_veiligheid.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..84c8742a
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/09_veiligheid.Rmd
@@ -0,0 +1,9 @@
+# Veiligheid
+
+```{=html}
+
+```
+Geen specifieke veiligheidsmaatregelen
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/10_samenvatting.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/10_samenvatting.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..9676e418
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/10_samenvatting.Rmd
@@ -0,0 +1,10 @@
+# Samenvatting
+
+```{=html}
+
+```
+Geen samenvatting
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/11_referenties.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/11_referenties.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..55f220e6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/11_referenties.Rmd
@@ -0,0 +1,10 @@
+# Referenties {.unnumbered}
+
+::: {#refs}
+:::
+
+```{=html}
+
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/12_appendices.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/12_appendices.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..11a64181
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/12_appendices.Rmd
@@ -0,0 +1,32 @@
+# (APPENDIX) Bijlagen {.unnumbered}
+
+```{=html}
+
+```
+## Bijlage: Checklist met materiaal
+
+- Meetlint met klokje of Meetlint met sensor.
+ Het is aangeraden om steeds een meetlint met klokje mee te nemen als backup
+
+- Informatie om de locatie van de peilbuizen terug te vinden (kaart, coordinaten, ...)
+
+- GPS (handGPS, smartphone of RTK-GPS)
+
+- Schrijfmateriaal (potlood, notitieboekje)
+
+## Bijlage: Checklist met te noteren gegevens in het veld {#checklist-measure}
+
+- ID / code
+
+- Datum en uur.
+ Het uur is erg belangrijk bij referentiemetingen voor drukmeters.
+
+- peilmeting (m).
+ Negatief voor neerwaartse meting
+
+- hoogte boven maaiveld (m) op het moment van de peilmeting
+
+- Na eventuele correctie van de hoogte boven maaiveld ook de hoogte boven maaiveld (m) na de meting noteren.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/13_subprotocols.Rmd b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/13_subprotocols.Rmd
new file mode 100644
index 00000000..c03e51e6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/13_subprotocols.Rmd
@@ -0,0 +1,20 @@
+```{r, results="asis"}
+if (exists("params")) {
+ if (!is.null(params$dependencies)) {
+ mdfiles <- paste0(map_chr(params$dependencies, "protocol_code"),
+ "-",
+ map_chr(params$dependencies, "version_number"),
+ ".md")
+ child_docs <- file.path(map_chr(params$dependencies, "version_number"),
+ mdfiles)
+
+ child_docs <- child_docs[map_lgl(params$dependencies, "appendix")]
+
+ if (length(child_docs) > 0) {
+ res <- map(child_docs, knit_child, quiet = TRUE)
+ cat(
+ c("# (PART) Subprotocols {.unnumbered}", "", unlist(res)), sep = "\n")
+ }
+ }
+}
+```
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/NEWS.md b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/NEWS.md
new file mode 100644
index 00000000..c4155e34
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/NEWS.md
@@ -0,0 +1,21 @@
+# Wijzigingen t.o.v. vorige versies
+
+```{=html}
+
+```
+## [2023.10](../2023.10/index.html)
+
+- Dit is de eerste revisie van het document. De tekst is gebaseerd op bestaande documenten in het INBO [@VanDaele_2003], literatuurgegevens en gesteund op de kennis van de terreinmedewerkers van het INBO.
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_bookdown.yml b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_bookdown.yml
new file mode 100644
index 00000000..59e87ea6
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_bookdown.yml
@@ -0,0 +1,33 @@
+book_filename: sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis.Rmd
+output_dir: ../../../../../protocoldocs/docs/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis
+rmd_files:
+- index.Rmd
+- NEWS.md
+- 01_afhankelijkheden.Rmd
+- 02_onderwerp.Rmd
+- 03_beperkingen.Rmd
+- 04_principe.Rmd
+- 05_competenties.Rmd
+- 06_benodigdheden.Rmd
+- 07_werkwijze.Rmd
+- 08_kwaliteitszorg.Rmd
+- 09_veiligheid.Rmd
+- 10_samenvatting.Rmd
+- 11_referenties.Rmd
+- 12_appendices.Rmd
+- 13_subprotocols.Rmd
+delete_merged_file: true
+language:
+ label:
+ fig: 'Figuur '
+ tab: 'Tabel '
+ eq: 'Vergelijking '
+ thm: 'Theorema '
+ lem: 'Lemma '
+ def: 'Definitie '
+ cor: 'Bijgevolg '
+ prp: 'Propositie '
+ ex: 'Voorbeeld '
+ proof: 'Bewijs. '
+ remark: 'Opmerking. '
+
diff --git a/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_output.yml b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_output.yml
new file mode 100644
index 00000000..eeecbe1c
--- /dev/null
+++ b/source/sfp/1_water/sfp_106_nl_waterpeil_peilbuis/_output.yml
@@ -0,0 +1,19 @@
+bookdown::gitbook:
+ split_by: none
+ split_bib: false
+ template: !expr protocolhelper:::protocol_css()
+ css: css/inbo_rapport.css
+ config:
+ toc:
+ before:
+ -