You signed in with another tab or window. Reload to refresh your session.You signed out in another tab or window. Reload to refresh your session.You switched accounts on another tab or window. Reload to refresh your session.Dismiss alert
Copy file name to clipboardExpand all lines: source/spp/mnm/spp_117_nl_abiotiek_waterlopen/02_onderwerp.Rmd
+3-3Lines changed: 3 additions & 3 deletions
Original file line number
Diff line number
Diff line change
@@ -14,9 +14,9 @@ Dit segment wordt aangeduid als het meest stroomafwaarts gelegen punt van het te
14
14
15
15
**waterdiepte**: verticale afstand tussen het wateroppervlak en het bodemoppervlak
16
16
17
-
zie definities en afkortingen van de deelprotocols ([SVP-113 2023.04](https://protocols.inbo.be/2023.04/index.html), [SVP-114 2024.03](https://protocols.inbo.be/2024.03/index.html), [SVP-115 2024.04](https://protocols.inbo.be/2024.04/index.html))
17
+
zie definities en afkortingen van de deelprotocols ([sfp-113-nl 2023.04](../2023.04/index.html), [sfp-114-nl 2024.03](../2024.03/index.html), [sfp-115-nl 2024.04](../2024.04/index.html))
18
18
19
-
## Doelstellingen toepassingsgebied
19
+
## Doelstelling, toepassingsgebied en beperkingen
20
20
21
21
### Doelstelling
22
22
@@ -28,7 +28,7 @@ Dit protocol is specifiek ontworpen voor de monitoring in kader van de meetnette
28
28
29
29
Deze gestandaardiseerde procedure kan toegepast worden in stromende wateren, gaande van bovenlopen tot zeer grote rivieren.
30
30
Het protocol kan tevens worden toegepast in polderwaterlopen, grachten en kanalen.
31
-
Voor stilstaande wateren verwijzen we naar het projectprotocol [SPP-116 2024.05](https://protocols.inbo.be/2024.05/index.html).
31
+
Voor stilstaande wateren verwijzen we naar het projectprotocol [spp-116-nl 2024.05](../2024.05/index.html).
Copy file name to clipboardExpand all lines: source/spp/mnm/spp_117_nl_abiotiek_waterlopen/04_werkwijze.Rmd
+72-12Lines changed: 72 additions & 12 deletions
Original file line number
Diff line number
Diff line change
@@ -6,17 +6,17 @@ Hieronder een samenvattende opsomming van de te volgen stappen:
6
6
7
7
2. Navigeer met een GPS naar de staalnamelocatie, beoordeel de situatie ter plekke;
8
8
9
-
3. Kies een geschikt staalnamepunt en documenteer deze (foto’s);
9
+
3. Kies een geschikt staalnamepunt en documenteer deze (met foto’s);
10
10
11
-
4. Bepaal de secchi- en waterdiepte volgens het protocol [SFP-113 2023.04](https://protocols.inbo.be/2023.04/index.html);
11
+
4. Bepaal de secchi- en waterdiepte volgens het protocol [sfp-113-nl 2023.04](../2023.04/index.html);
12
12
13
-
5. Bepaal de stroomsnelheid volgens het protocol [SFP-118]();
13
+
5. Bepaal de stroomsnelheid (protocol sfp-118 nog op te stellen);
14
14
15
-
6. Spoel het materiaal voor met water van het staalnamepunt en neem een mengstaal volgens protocol [SFP-114 2024.03](https://protocols.inbo.be/2024.03/index.html);
15
+
6. Spoel het materiaal voor met water van het staalnamepunt en neem een mengstaal volgens protocol [sfp-114-nl 2024.03](../2024.03/index.html);
16
16
17
-
7. Neem met de maatbeker een substaal van het mengstaal en voer de veldmeting uit volgens het protocol [SFP-115 2024.04](https://protocols.inbo.be/2024.04/index.html);
17
+
7. Neem met de maatbeker een substaal van het mengstaal en voer de veldmeting uit volgens het protocol [sfp-115-nl 2024.04](../2024.04/index.html);
18
18
19
-
8. Vul en bewaar de recipiënten voor het laboratorium volgens het protocol [SFP-114 2024.03](https://protocols.inbo.be%20/2024.03/index.html) met het overige mengstaal;
19
+
8. Vul en bewaar de recipiënten voor het laboratorium volgens het protocol [sfp-114-nl 2024.03](../2024.03/index.html) met het overige mengstaal;
20
20
21
21
9. Reinig het gebruikte materiaal;
22
22
@@ -31,7 +31,7 @@ Hieronder een samenvattende opsomming van de te volgen stappen:
31
31
Vooraf worden de XY-coördinaten van de staalnamelocatie ingevoerd in een standaard GPS of in een smartphone-applicatie.
32
32
Dit is het meest stroomafwaarts gelegen punt van het te bemonsteren 100 meter segment van de waterloop, de steekproefeenheid voor het project meetnetten natuurlijk milieu.
33
33
34
-
In juni-september, tijdens een veldbezoek voorafgaand aan de meetcampagne, wordt vastgesteld of het doelhabitat (habitattype 3260) aanwezig is in het waterloopsegment (habitatdefinitie: zie Leyssen et al. 2020 en [SFP-403 2023.05](https://protocols.inbo.be/2023.05/index.html)).
34
+
In juni-september, tijdens een veldbezoek voorafgaand aan de meetcampagne, wordt vastgesteld of het doelhabitat (habitattype 3260) aanwezig is in het waterloopsegment (habitatdefinitie: zie Leyssen et al. 2020 en [sfp-403-nl 2023.05](../2023.05/index.html)).
De secchi-diepte wordt bij voorkeur bepaald in een vegetatieloze of vegetatiearme zone en in het midden van de waterloop.
55
55
Indien de secchi-schijf door te sterke stroming niet loodrecht naar beneden kan worden gelaten, kan ze verzwaard worden.
@@ -59,7 +59,7 @@ De waterdiepte waar de secchi-diepte werd bepaald, wordt eveneens genoteerd.
59
59
60
60
## Bepaling stroomsnelheid
61
61
62
-
zie deelprotocol ([SFP-118]()): nog te ontwikkelen
62
+
Deelprotocol (sfp-118) nog te ontwikkelen
63
63
64
64
De stroomsnelheid wordt op één plaats gemeten voor een algemene kwantitatieve karakterisatie van de stroomsnelheid.
65
65
Gedetailleerde stroomsnelheidsbepalingen in verschillende segmenten in de dwarsdoorsnede van de waterlopen en op verschillende diepten zijn hier niet vereist.
@@ -68,7 +68,7 @@ De stroomsnelheid wordt gemeten op dezelfde plaats als de secchi-bepaling.
68
68
Kies een nagenoeg recht stuk van de waterloop uit, met min of meer horizontale stroming (parallel met oeverlijn).
69
69
Submerse vegetatie, grote stenen, vistrappen en andere obstakels moeten vermeden worden omdat dit turbulentie veroorzaakt.
70
70
71
-
De keuze van waterdiepte voor de stroomsnelheidsbepaling dient bij het ontwikkelen van het deelprotocol ([SFP-118]()) verder uitgewerkt te worden, o.a.
71
+
De keuze van waterdiepte voor de stroomsnelheidsbepaling dient bij het ontwikkelen van het deelprotocol sfp-118 verder uitgewerkt te worden, o.a.
72
72
gebaseerd op Hartong & Termes (2009), Osté et al. (2013), Stone et al. (2012) en WVDEP (2018).
73
73
74
74
Er zijn verschillende mogelijkheden:
@@ -84,7 +84,7 @@ Er zijn verschillende mogelijkheden:
84
84
85
85
## Bemonstering waterkolom en het vullen van de recipiënten
86
86
87
-
Zie deelprotocols ([SOP-005](): nog te ontwikkelen en [SVP-114 2024.03](https://protocols.inbo.be/2024.03/index.html))
Het mengstaal bestaat uit 3 deelstalen, die gesitueerd zijn langs het dwarsprofiel van de waterloop ter hoogte van het gekozen staalnamepunt (figuur \@ref(fig:Figuur1)) op ca.
90
90
0,5 meter waterdiepte (figuur \@ref(fig:Figuur2)).
@@ -118,11 +118,71 @@ De staalnamemethode wordt genoteerd op het veldformulier.
De gekoeld getransporteerde stalen, inclusief een kopie van het staalnameformulier, worden zo snel mogelijk en zeker binnen de tijdspanne van 24 uur na het nemen van het eerste staal van de dag binnengebracht bij het labo.
126
126
In het labo worden de stalen, in afwachting van verdere analyse, in de koelkamer bewaard.
127
127
128
128
## Digitalisatie van de gegevens op het staalnameformulier
129
+
130
+
Na de staalname worden de gegevens ingevoerd in het digitale staalnameformulier gedeeld door het labo via Google Drive.
131
+
132
+
## Registratie en bewaring van resultaten
133
+
134
+
### Registratie van resultaten: staalnameformulier (naar VMM 2020)
135
+
136
+
Het staalnameformulier (zie [PDF](./media/Veldformulier_water.pdf)) kan ingedeeld worden in 3 onderdelen:
- Weersomstandigheden: hevige neerslag, geen neerslag, …
147
+
148
+
De staalnamepunt en staalnamemethode wordt genoteerd zodat toekomstige staalnames zoveel mogelijk op dezelfde wijze gebeuren en de meetresultaten vergelijkbaar zijn.
149
+
150
+
2.**Veldmetingen:** temperatuur (°C), pH, EC (µS/cm), saliniteit (g/kg), O2 (mg/L), O2-saturatie (%), Secchi-diepte (SD in m), waterdiepte (WD in m), stroomsnelheid (ss in m/s)
151
+
152
+
3.**Uitzonderlijke omstandigheden:**
153
+
154
+
Deze veldwaarnemingen omvatten waarnemingen ter plaatse, of in de onmiddellijke omgeving van het staalnamepunt, van tijdelijke fenomenen waarvoor een verband met de abiotische toestand van de onderzochte waterloop vermoed kan worden.
155
+
Het gaat om vaststellingen die afwijkend zijn van de normale omstandigheden.
156
+
Omdat deze mede de analyseresultaten kunnen verklaren is het van belang dat ze zo uniform mogelijk en kwaliteitsvol worden ingevuld.
157
+
Op het staalnameformulier wordt bij veldwaarnemingen onderstaande onderlijnde uitspraak genoteerd bij ‘uitzonderlijke veldwaarnemingen’.
158
+
Onderstaande lijst kan op een klembord gekleefd worden als geheugensteun:
159
+
160
+
- Zichtbare verontreiniging van wateroppervlak of waterkolom:
161
+
162
+
-[Maaisel]{.underline} / drijvende plantenresten: op het wateroppervlak drijft er maaisel of zijn er drijvende plantenresten aanwezig.
-[Olie]{.underline}:kleurige film (kleurschakering met rood, paars, blauw en geel) op het wateroppervlak. Opgelet: bacteriën kunnen eveneens een dunne film op het water vormen. Bij verstoring van deze film (bv door de inworp van een steen) zal deze laag echter breken in de vorm van barstjes, terwijl een oliefilm zich bijna onmiddellijk terug sluit.
-[Schuim]{.underline}: schuimvormig ten gevolge van algenbloei of tensio-actief schuim (veroorzaakt door detergenten)
167
+
-[Algenbloei]{.underline}: het water heeft meestal een groene kleur (, in de duidelijkste gevallen te omschrijven als ‘erwtensoep’; kan ook gepaard gaan met bv. een bruine, blauwe, paarse of rode kleur.
168
+
-[Bloei watervlooien]{.underline}: dit kan het water rood kleuren. Het waterstaal bevat veel zoöplankton als men ziet dat de rode massa kleine beweeglijke organismen zijn.
169
+
-[Gasontwikkeling]{.underline}: aan het wateroppervlak ziet men kleine blaasjes (gasbellen) die openbarsten.
170
+
-[Vlokken]{.underline}: samengekoekt materiaal (groot of klein) met onregelmatige structuur in of op de waterkolom (meestal wit, grijs of zwart).
171
+
-[Rioolschimmel]{.underline}: grijze tot bruine slierten (schimmels) op wortels, stenen of de bodem.
172
+
173
+
- Abundante plantengroei, waardoor de staalname bemoeilijkt wordt.
174
+
175
+
- Andere opmerkingen: wordt ingevuld indien geen van de overige codes van toepassing is.
176
+
177
+
### Bewaring van resultaten
178
+
179
+
- Voor elk staalnamepunt wordt ter plaatse een analoog staalnameformulier ingevuld (zie hoger).
180
+
Afwijkingen van de beschreven werkwijze voor het nemen van een schepstaal worden eveneens genoteerd.
181
+
182
+
- De meetresultaten, vermeld op het staalnameformulier, worden zo snel mogelijk gedigitaliseerd en gedeeld met het labo.
183
+
184
+
- De laboresultaten worden geregistreerd in LIMS en worden ontsloten via het LIMS-datawarehouse.
185
+
186
+
### Opslag van foto's
187
+
188
+
Opslag van foto’s op google drive met aanduiding van opnamedatum, code staalnamepunt en naam waterloop (volgens de Vlaamse Hydrografische Atlas; <https://www.vmm.be/data/vlaamse-hydrografische-atlas>).
# Extra aspecten van kwaliteitszorg t.o.v. de subprotocols
2
2
3
-
```{=html}
4
-
<!--
5
-
Geen herhaling van wat al in subprotocols staat
6
-
-->
7
-
```
3
+
Voor bepaalde werkzaamheden gelden er mogelijk specifieke richtlijnen rond kwaliteitszorg.
4
+
Hiervoor kan best het hoofdstuk zie kwaliteitszorg van deelprotocollen ([sfp-113-nl 2023.04](../2023.04/index.html), [sfp-114-nl](../2024.03/index.html), [sfp-115-nl](../2024.04/index.html)) worden geraadpleegd.
5
+
6
+
## Richtlijnen
7
+
8
+
- Vul het staalnameformulier steeds correct, nauwkeurig, eenduidig en duidelijk leesbaar in met potlood of onuitwisbare, watervaste inkt.
9
+
Zorg ervoor dat het staalnameformulier niet kan wegwaaien, neem eventueel regelmatig een foto van het formulier uit voorzorg.
10
+
11
+
- Neem steeds alle relevante protocollen mee in het veld en kijk voor het vertrek steeds na of alle materiaal aanwezig is en op batterijen werkende toestellen voldoende opgeladen zijn.
12
+
13
+
- Volg de protocollen strikt op om niet af te wijken van de methodiek en de correctheid van de resultaten te waarborgen.
14
+
15
+
- Klasseer het staalnameformulier achteraf correct, zodat deze, ook na lange tijd, gemakkelijk te raadplegen zijn.
16
+
17
+
## Vereiste competenties
18
+
19
+
Enkele vereiste competenties om kwaliteitsvolle gegevens te bekomen:
20
+
21
+
- Nauwkeurigheid: de uitvoering van veldmetingen en het vastleggen van veldwaarnemingen vereisen een grote mate van accuratesse.
22
+
23
+
- Vermogen te plannen en te organiseren: bij de uitvoering van meetprogramma’s moeten tal van werkzaamheden gepland, georganiseerd en op elkaar afgestemd worden.
24
+
De staalnemer moet in staat zijn om hier zelfstandig of in overleg met de projectleider uitvoering aan te geven.
25
+
26
+
- Zelfstandigheid: de staalnemer moet in staat zijn om het merendeel van de werkzaamheden zelfstandig (op locatie) uit te voeren.
27
+
28
+
- Vermogen tot samenwerken en communiceren.
29
+
30
+
- De staalnemer moet fysiek in staat kunnen zijn om het protocol in veilige omstandigheden te kunnen uitvoeren (kunnen zwemmen, …).
# Extra aspecten van veiligheid t.o.v. de subprotocols
2
2
3
-
```{=html}
4
-
<!--
5
-
Geen herhaling van wat al in subprotocols staat
6
-
-->
7
-
```
3
+
Tijdens het veldwerk gelden volgende veiligheidsregels:
4
+
5
+
- Algemene veiligheidsregels rond het werken in en nabij water.
6
+
7
+
- Bioveiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van de verspreiding van invasieve exoten.
8
+
9
+
- Veiligheidsvoorschriften van de deelprotocols ([svp-114-nl 2024.03](../2024.03/index.html), [svp-115-nl 2024.04](../2024.04/index.html)).
10
+
11
+
Voorzichtigheid is ten zeerste geboden bij diepe en snelstromende waterlopen, bij weke waterbodem en bij gladde taluds.
12
+
In deze omstandigheden kan een alternatieve monsternametechniek toegepast worden (zie Werkwijze - Bemonstering waterkolom en vullen van de recipiënten).
13
+
Gebruik een veiligheidsstouw of reddingsvest wanneer de situatie dit vereist.
14
+
15
+
Neem steeds een hark of stevige stok mee als steun bij het doorwaden van de waterloop.
16
+
Je kan er de waterdiepte mee peilen voor je in de waterloop gaat; je kan deze gebruiken om je evenwicht te behouden.
17
+
Bovendien kan het een hulp zijn om een steile oever te beklimmen.
18
+
19
+
Tijdens een staalname in water draagt men waterdichte handschoenen; na de opname wast men de handen met ontsmettende, fosfaatvrije zeep om het risico op besmetting te beperken.
20
+
21
+
De staalnemer beschikt steeds over een GSM en een lijst van nuttige telefoonnummers.
Indicatieve situering van het Natura 2000 habitattype 3260.
17
+
Submontane en laaglandrivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitantis en het Callitricho-Batrachion.
18
+
Uitgave 2020 (versie 1.7).
19
+
Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2020 (34).
20
+
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
21
+
22
+
Osté A.J., de Groot B.
23
+
van Dam O (2013).
24
+
Handboek hydromorfologie 2.0.
25
+
Afleiding en beoordeling hydromorfologische parameters Kaderrichtlijn Water.
26
+
Advies- en ingenieursbureau RPS in opdracht van Directoraat-Generaal Rijkswaterdienst, Delft.
27
+
28
+
Stone, M.L., Rasmussen, T.J., Bennett, T.J., Poulton, B.C., and Ziegler, A.C.
29
+
(2012).
30
+
Protocols for collection of streamflow, water-quality, streambed-sediment, periphyton, macroinvertebrate, fish, and habitat data to describe stream quality for the Hydrobiological Monitoring Program.
31
+
U.S. Geological Survey, Kansas.
32
+
33
+
Vanderhaeghe F., Adriaens D., Denys L., Cools N., Jansen I., Herr C., Verstraeten A., Raman M., Wouters J.,Van Calster H. Westra T., Onkelinx T., Van Daele T., Oosterlynck P., Leyssen A., Wackenier M., De Becker P., Piesschaert F., Desmet P., Louette G., Quataert P., Vandenabeele, M.A., Van Elegem B.
34
+
(2020).
35
+
Ontwikkeling en implementatie meetnetten natuurlijk milieu.
0 commit comments