title | img | alt | date | intro | credits | tags | categories | english_title | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grenzen leren stellen |
grenzen-stellen-1.jpg |
mensen staan opgesteld langs strepen op de grond van een gymzaal. |
2025-02-01 |
Nee zeggen tegen het één, opent weer andere deuren. |
Images Marijn Damsma |
|
|
Learning to set boundaries |
Niks zo irritant als mensen die over je grenzen gaan. Die ene collega die uitgebreid naast jou gaat zitten bellen. Of die andere, die jou in een vergadering verrast door jouw onderwerp naar zich toe te trekken. Onderbreken, ongepast gedrag, afspraken niet nakomen, ruimte innemen. Er zijn uiteenlopende situaties waarin mensen iets doen dat voor jou te ver gaat.
Zij hebben het waarschijnlijk niet door. En jij zelf soms ook pas achteraf – dan heb je het alweer laten gebeuren en baal je ervan. Wat weerhoudt jou ervan om je grenzen aan te geven?
Misschien wil je aardig gevonden worden, twijfel je nog over wat je grens is, wil je de relatie goed houden, heb je je eigen prioriteiten niet scherp of weet je niet goed hoe je je grens passend kan overbrengen.
Goed nieuws: je kunt dit leren om dit eerder door te hebben en zelf om te voorkomen dat je vaak grenzen hoeft aan te geven. En nee, dat betekent niet dat je opeens een botte hork hoeft te worden.
Grenzen aangeven doe je om je eigen tijd, welzijn en integriteit te beschermen. En hier ervaar jij niet alleen zelf voordeel van. Voor de ander brengt het ook duidelijkheid en vertrouwen.
We spreken in heel uiteenlopende situaties van ‘grenzen’. Soms zijn ze glashelder en voor iedereen bekend, soms zijn ze persoonlijk en onvoorspelbaar. Hoe beter je ze kent, hoe makkelijker je ze aangeeft. Drie veelvoorkomende soorten grenzen:
- Harde afspraken – Dit zijn de keiharde, niet-onderhandelbare grenzen, die de ander had kunnen weten. Hier ga je niet over in discussie: "Hier mag je niet roken." Of: “deze opmerking is ongepast.” “Daar kan ik helaas niks over delen.” Je communiceert ze simpel, zonder onderbouwing.
- Persoonlijke grenzen – Dit zijn grenzen die gaan over jouw persoonlijke voorkeuren en behoeftes. Bijvoorbeeld: "Ik voel me niet prettig bij de manier waarop je met me omgaat, dus zo wil ik het niet hebben." Of: “Ik wil in het weekend niet gestoord worden voor werk.”. “Voor mij geen vergaderingen voor 10:00.” Anderen kunnen dit niet van te voren aanvoelen, omdat het tussen mensen verschilt.
- Taakgerichte grenzen – Dit zijn grenzen die gaan over prioriteiten en verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld: “nee, dit is niet mijn prioriteit op het moment.” Of: “Dit valt buiten mijn rol, ik stel voor dat je dit bespreekt met Karin.”
Voordat je met een gestrekt been je grenzen gaat uitdragen, helpt het om eerst stil te staan bij wanneer en hoe mensen over je grenzen gaan.
- Wat voel je als iemand over je grens gaat? (irritatie, ongeduld, druk?)
- Wat doet dit verder met je?
- In welke situaties gebeurt het het? Wie doet het?
- Van welk gedrag heb je precies last?
Hoe beter je dit leert herkennen, hoe eerder je het zal opmerken en hoe gerichter je er wat aan kan doen!
Zeg het. Zeg Nee! Stop. Tot hier en niet verder.
Het kan heel simpel zijn: “Nee dit past niet bij mij.” Of: “Helaas, dat lukt mij deze week niet.” Of: “Dit vind ik niet voldoende.”
In onze trainingen komen er vaak situaties voorbij rond grenzen. Soms staat de grens centraal, zoals bij een harde grens. Vaak is het behoud van een goede (werk)relatie ook belangrijk: je wil de samenwerking goed houden of verbeteren. In dat geval kan een woord als 'helaas' of 'sorry' wat toevoegen of helpt het als je de grens formuleert als een verzoek of de tijd neemt voor een feedback gesprek. Er zijn dus veel manieren om een grens aan te geven!
Nadat je je grens hebt aangegeven, werkt het versterkend om er nog eens op terug te komen. Het fijnste is het als je dit op een positief moment kan doen: “Hey, bedankt dat het lukt om in het belhokje te gaan zitten. Werkt heel prettig voor mij.”
Het kan ook zijn dat je merkt dat het gewenste effect nog niet is bereikt. Ook dan is het goed om terug te komen op jullie gesprek, zodat je grens wel serieus wordt genomen.
“Ik merk dat je toch weer in de stilteruimte ging bellen – wat gebeurde er?.”
Of, in het geval je de grens kracht bij wil en kan zetten, kun je er een consequentie aan verbinden.
Tot slot:
Grenzen aangeven kan best wennen zijn. Als je normaal ‘ja’ zegt op verzoeken van anderen en je meegaand opstelt rond omgangsvormen, dan is het heel wat om hier ineens assertief in te zijn. Misschien helpt het besef dat de grenzen niet alleen voor jezelf goed zijn! En je kunt het jezelf gemakkelijker maken door wat ‘bedenktijd’ te regelen. Vraagt iemand je om een taak op je te nemen, waarvan je denkt dat hij niet past, dan kun je bijvoorbeeld vragen: “Wil je even naar me op de mail zetten wat je precies zou willen? Dan kijk ik even goed in mijn agenda of ik daar ruimte voor heb.” Een ander zinnetje dat voor veel mensen werkt: “Ik ga er even over nadenken, ik kom erop terug.”
Ook goed om te beseffen: je kunt altijd erop terugkomen. Stel dat je spijt hebt dat je een grens hebt laten lopen, kun je daar gewoon nog over in gesprek!
“Ik zei dat ik dit voor je zou oppakken, maar ik merk dat het mij niet past. Wil je het aan iemand anders vragen?”
“Ik zag vanmorgen dat je je stem verhefte tegen de stagiair. Ik had haast en kon er niet meteen met je op in gaan, maar je begrijpt dat dit ongewenst gedrag is. Kunnen we er nu even over praten?”
Succes met het stellen van je grenzen! Misschien heeft het wel een groots effect! Het kan raken aan jouw plezier en welzijn, aan organisatie doelen, teameffectiviteit, vertrouwen en integriteit.