Settings‐nl
Regelt het audiobestand dat wordt afgespeeld wanneer het algoritme wordt geactiveerd.
Regelt het volume van het audiobestand. Het is relatief ten opzichte van het mediavolume van het systeem, dat ingeschakeld moet zijn.
Het audiobestand dat wordt afgespeeld.
Speelt audiobestanden met stilte af om verbinding te houden met Bluetooth audio-hoofdtelefoons en hoofdbanden.
Zet het audiobestand terug op de standaardwaarde.
Laat de mobiele telefoon trillen wanneer het algoritme wordt geactiveerd.
Stuurt meldingen die kunnen worden geconfigureerd om smartwatches te laten trillen wanneer het algoritme wordt geactiveerd.
Regelt het knippergedrag van de LED's. De rode, groene en blauwe LED's kunnen worden gecombineerd om kleuren te mengen.
Schakelt de rode LED aan en uit.
Schakelt de groene LED aan en uit.
Schakelt de blauwe LED aan en uit.
Bepaalt de vertraging tussen het in- en uitschakelen van de LED's.
Bereik: 1 - 1000 milliseconden.
Bepaalt hoe vaak de LED's herhaald moeten knipperen.
Bereik: 1 - 32.
Bewaakt het videosignaal en activeert audio en LED's als er binnen een minuut 8 oogbewegingen boven de triggerdrempel worden geteld. Reset wanneer beweging boven de draaidrempel wordt gedetecteerd.
Controleert het videosignaal op bewegingen boven de bewegingsdrempel.
Bewaakt het videosignaal en activeert audio en LED's wanneer een gezicht wordt gedetecteerd.
Het aantal pixels dat moet veranderen tussen videoframes voordat het algoritme ze als beweging telt.
Bereik: 1 - 1000.
Het aantal pixels dat moet veranderen tussen videoframes voordat het SEM-detectiealgoritme dit als draaibeweging opvat en de telling van de oogbeweging op 0 zet.
Bereik: 100 - 10000.
De waarde die een individuele pixel moet veranderen tussen twee videoframes om deze in rekening te brengen voor de triggerdrempel.
Bereik: 1 - 64.
Het aantal aangrenzende pixels in een rij dat boven de pixeldrempel moet liggen om een pixel mee te tellen in de triggerdrempel. Dit filtert de achtergrondruis weg die wordt veroorzaakt door wijzigingen in individuele pixels.
Bereik: 1 - 64.
De vertraging voordat visuele en akoestische alarmen worden geactiveerd wanneer REM wordt gedetecteerd.
Range: 0 - 300.
De wachttijd tussen triggers voor langere REM-fasen.
Range: 1 - 30.
Als deze optie is geactiveerd, meet het algoritme alleen afwijkingen binnen het gebied van een gezicht. Deze functie overschrijft sommige camera-instellingen om de beelden te optimaliseren voor gezichtsdetectie.
Beperkt het algoritme tot het meten van afwijkingen binnen het gebied bij de ogen. Dit filtert ademhalingsartefacten veroorzaakt door mondbewegingen.
Tekent een rechthoek rond de gezichtsregio.
Lagere niveaus leiden tot een hoger detectiepercentage, maar zijn minder nauwkeurig.
Bereik: 1 - 25.
Een hogere drempelwaarde leidt tot een hoger detectiepercentage, maar ook tot meer valse alarmen.
Bereik: 0 - 1.
Een lagere schaalfactor verkleint de afbeelding meer en herkent kleinere objecten.
Bereik: 1 - 2.
Wanneer deze functie is geactiveerd, stuurt de camera een Wi-Fi-toegangspunt dat kan worden verbonden vanaf een pc of mobiel apparaat om de videostream te verzenden op poort 8080.
De naam van het Wi-Fi-toegangspunt dat het apparaat uitzendt.
Het wachtwoord om verbinding te maken met het Wi-Fi-toegangspunt.
Als deze functie is geactiveerd, maakt de camera verbinding met het geconfigureerde Wi-Fi-netwerk en gebruikt de beveiligingssleutel. Alle apparaten die op het Wi-Fi-netwerk zijn aangesloten, hebben vervolgens toegang tot de videostream van de camera via poort 8080.
De naam van het WLAN-netwerk waarmee een verbinding moet worden gemaakt.
Het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.
Het IP-adres van het INSPEC apparaat.
Start een tweede videostream op poort 8082 om een parallelle verbinding vanaf Lucid Scribe Desktop mogelijk te maken.
Startet einen zweiten Video-Stream auf Port 8082, um eine parallele Verbindung von Lucid Scribe Desktop zu ermöglichen.
Configureert het pixelformaat van de camera.
-
Grayscale: 8 bits per pixel (zwart-wit). -
RGB565: 16 bits per pixel (kleur).
Spiegelt het camerabeeld.
Draait het camerabeeld verticaal.
Configureert de helderheid van het camerabeeld.
Bereik: -3 to +3.
Configureert het contrast van het camerabeeld.
Bereik: -3 to +3.
Configureert de verzadiging van het camerabeeld.
Bereik: -3 to +3.
Zet de instellingen terug naar de standaardwaarden.